’Zo wil ik dus echt niet worden’ zegt hij met een teneergeslagen blik. ‘Dokters kunnen toch gewoon mensen blijven?’ ‘Of is dit dan de enige manier om het artsenvak te overleven dan?‘
Ik wacht even tot hij uitgeraasd is. De kunst is om daarna nog wat langer te wachten want die paar secondes stilte zijn goud waard bij het coachen (en niet alleen bij coaching toch?). Goud omdat ze vaak alsnog ingevuld worden met de kern van het probleem. En jawel hoor, na een paar tellen komt het ‘ Nou dan hoeft het dus niet voor mij; dan word ik maar geen arts’.
Voor mij zit een ANIOS die steeds de ambitie heeft gehad om neuroloog te worden. Maar nu hij 6 maanden als ANIOS op de neurologie werkt, valt het vies tegen. Niet het patiëntenwerk, nee dat boeit hem mateloos; ook de pathologie, hoe zwaar ook, vindt hij reuze interessant.
Wat hem frustreert is hoe apathisch zijn supervisoren zijn nadat ze een slecht nieuws gesprek of lastige diagnose hebben besproken met de patiënt of diens familie. Wat hem betreft zijn medisch specialisten – ‘en echt niet alleen neurologen hoor ‘- ontmenselijkt. En dat nekt hem, deze koelbloedige, het-raakt-me-niet-houding maakt dat hij twijfelt om als arts te blijven werken.
Hij is op dreef: ’Laatst nog, jonge man – trauma – komt te overlijden na een intracraniële bloeding.’ We waren met tig andere disciplines bij de eerste opvang. Na 24 uur IC opname bleek de prognose infaust en dat moesten we dus aan de familie vertellen. Ik begrijp dat je als arts niet gaat mee huilen bij slecht nieuws, maar dat die arts dan daarna – zonder blikken, blozen of zuchten – de poli verder doet,…ja sorry hoor maar zo wil ik niet worden.’ zegt de ANIOS met een vastberaden maar pijnlijke blik. ‘Moet je je hier echt volledig van afsluiten om door te kunnen gaan?’ Hier worstelde hij al enkele dagen mee. Gelukkig was er later een verhelderend gesprek met een andere arts die ook bij dit trauma betrokken was. Deze arts vroeg oprecht hoe de ANIOS het ervaren had. De ANIOS voelde zich gezien en kreeg de kans om gehoord te worden. Dit was wat hij nodig had.
Ik besprak dit voorval met de coassistenten tijdens de les. Ervaren zij dit ook op deze manier? Grotendeels knikkende gezichten. Er is herkenbaarheid alom dat er best een kloof is tussen het emotie pantser van de doorwinterde specialist en dat van de beginnend arts. ‘Soms lijken artsen wel robots’, zei eentje. Dit is wat mij betreft echt geen generatie-dingetje, maar eerder een ervaringskloof.
Uiteraard is het te kort door de bocht om iemand van verontmenselijking te beschuldigen want uiterlijk koel vertoon betekent niet dat die persoon binnenin niet geraakt wordt, misschien is het een tijdelijk schild. Ik denk echt niet dat wij ontmenselijkt zijn maar wel dat we nogal goed zijn in het verbergen van die emotie en dat opkropsel fietsen we er dan aan het einde van de dag wel uit (of musiceren of pottenbakken). Is het een idee om er als ervaren artsen af en toe bij stil te staan dat een voor ons ‘gewone situatie’ een zodanige indruk kan maken op jonge artsen dat het ze demotiveert of afschrikt. Er gewoon naar vragen, kan al helpen. En, als omgaan met lastige casussen gemakkelijker wordt met de jaren, kunnen de supervisoren dan niet vertellen hoe ze dat geleerd hebben? Handvatten meegeven? Toch net zo belangrijk als alle differentiaal diagnoses kennen, of de rijtjes antibiotica. Maar ja, dat kan alleen maar als we onszelf kwetsbaar opstellen, logisch toch?
Terug naar de ANIOS; na een paar gesprekken werd zijn inzicht anders. En dat heeft hij vooral aan zichzelf te danken. Ik stelde misschien wel de juiste vragen maar hij ging ermee aan de slag en werkte eraan om vanuit verschillende invalshoeken te leren kijken. Hard werk van hem maar dat loonde ook. En dat was een mooi moment want ik zag ineens weer een sprankel in zijn ogen en dan weet je dat je goed zit. Toen ik aan de ANIOS vroeg wat hij geleerd had van de situatie: ‘Je kan zelf kiezen wat voor type arts je wordt, ongeacht het vak dat je kiest.’ En dat, dat wil hij nooit vergeten. Dus toch neurologie.
Geschreven door: Sofie Franssen
(deze blog is ook te lezen op de website van Arts en Auto)